Opdracht 1:

 

a. Maak een indeling waarbij je de verschillende soorten componenten benoemt.

Wireless, Switches en Routers.

 

b. Benoem een aantal relaties tussen de componenten.

De router zorgt ervoor dat de wireless verbinding krijgt in het gehele gebouw, zo kan iedereen connecten.

 

c. Bij wie meld je verstoringen die optreden?

Bij de systeembeheerder.

 

d. Wat verwacht je van degene aan wie je de verstoring meldt, behalve dat deze persoon ervoor zorgt dat de verstoring wordt opgelost?

Hoelang het probleem zich nog voordoet, en of er eventuele overige opties zijn.

 

e. Als je wat veranderd wilt zien, bij wie vraag je dat dan aan?

Ook bij de systeembeheerder.

 

f. Welke informatie moet je minimaal aanleveren?

Wat je wilt veranderen en waarvoor je het verandert.

 

 

Opdracht 2:

 

A. Welke risico’s heeft dat met zich mee gebracht?

Dat computers sneller door virussen geïnfecteerd kan worden.

 

B. Wat heeft men gedaan om de risico’s te vermijden?

Virusscanners en firewall installeren.