Kenmerken van variabele:

-       Alle variabele beginnen met een dollarteken ($)

-       Na het dollarteken volgt een underscore (_) of een letter. Daarna mogen alle in het alfabet genoemde tekens gebruikt worden. Niet beginnen met een cijfer

-       Variabele mogen in het principe onbeperkt lang zijn. Wel is het aangeraden het zo kort en krachtig mogelijk te houden

-       Omdat alle variabelennamen er hetzelfde uit zien is het niet te zien welk type gegeven in de variabele is opgeslagen

-       Variabele zijn hoofdlettergevoelig

 

Het bereik van variabele

-       Een variabele buiten de functie is altijd op te vragen.

-       Een variabele binnen de functie is a alleen binnen diezelfde functie te gebruiken

-       De variabele op de ene pagina kan niet worden opgeroepen op de andere pagina

 

Gegevenstype

-       Boolean:

Deze geeft alleen een false (0) of een true (1) aan.

-       Integer

Deze staat voornamelijk voor de positieve en negatieve getallen (rekenen)

-       Double

Deze staat voornamelijk voor de positieve en negatieve gebroken getallen (met de comma) (rekenen)

-       String

Deze geeft alles weer inclusief de spaties e.d. Dus alle tekens. Deze worden altijd tussen enkele of dubbele aanhalingstekens gezet

-       Array

Deze wordt gebruikt om verschillende losse variabeles bij elkaar te voegen. De lsse sleutels zijn vervolgens via een indexnotatie beschikbaar. Deze kan er bijvoorbeeld zo uitzien: $mijn_array[3] of $mijn_array[“Voornaam”] = “Rick”]

-       Objectives of class

Deze zijn de ingewikkelste variables die php ken. In een object kunt u niet alleen waardes, maar ook functies opslaan die direct bewerkingen uitvoeren op die waarden