Public paste
Undefined
By: TarikZ2 | Date: Apr 2 2007 07:21 | Format: None | Expires: never | Size: 4.38 KB | Hits: 2276

  1. 1.      Wat stroomt er door een organisatie?
  2. Er wordt van alles geproduceerd. gekocht, betaald en afgesproken.
  3.  
  4. 2.      Welke vier soorten stromen kun je in een organisatie onderscheiden?
  5. 1.      De informatiestroom
  6. 2.      De goederenstroom
  7. 3.      De geldstroom
  8. 4.      De dienstenstroom
  9.  
  10. 3.      Hoe heet de informatie die de organisatie in- en uitstroomt?
  11. De informatiestroom
  12.  
  13. 4.      Geef hiervan een voorbeeld.
  14. Een autofabriek krijgt banden voor de autos aangeleverd door een bandenfabriek. De autofabriek moet dan weten of de banden op tijd worden aangeleverd, anders weten ze niet of ze verder kunnen werken.
  15.  
  16. 5.      Wat versta je onder goederenstroom?
  17. Als goederen de organisatie binnenkomen en verlaten.
  18.  
  19. 6.      Wat maken in een autofabriek onderdeel uit van de goederenstroom?
  20. De ingekochte goederen/onderdelen.
  21.  
  22. 7.      Wat versta je onder de geldstroom?
  23. De verzameling van al het geld dat de organisatie in- en uitstroomt.
  24.  
  25. 8.      Hoe ziet de geldstroom er in een autofabriek uit?
  26. Een autofabriek moet bijvoorbeeld banden inkopen. Dit zijn uitgaven.
  27.  
  28. 9.      Waaruit bestaat de dienstenstroom?
  29. Uit alle diensten die de organisatie levert en ontvangt.
  30.  
  31. 10.     Geef hiervan een tweetal voorbeelden.
  32. 1.      Zo ontvangt de autofabriek diensten van het schoonmaakbedrijf dat de fabriekshal schoonmaakt.
  33. 2.      Een hulpdienst voor pech onderweg is een dienst die door de autofabriek aan haar klanten wordt geleverd.
  34.  
  35. 11.     Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de verschillende stromen  goed op elkaar moeten zijn afgestemd.
  36. Als een organisatie bijvoorbeeld grondstoffen moet kopen, moet ze zorgen dat ze voldoende geld binnenhaalt om die grondstoffen te kunnen betalen.
  37.  
  38. 12.     Wat kan er gebeuren als de afstemming van de verschillende stromen niet goed is?
  39. Is het risico groot dat het vervelende gevolgen heeft.
  40.  
  41. 13.     Waarvoor is het afstemmen van de stromen ook belangrijk?
  42. Voor het maken van een planning en werkroosters voor de werknemers.
  43.  
  44. 14.     Wat behoort tot de operationele organisatie van een bedrijf?
  45. Het afstemmen van stromen en planningen.
  46.  
  47. 15.     Wat omvat de operationele (gebruiksklare) organisatie?
  48. Allen zaken die goed geregeld moeten zijn om het werk goed te laten verkopen.
  49.  
  50. 16.     Wat zal een organisatie moeten doen om goed te kunnen concurreren met andere bedrijven?
  51. De organisatie zal voldoende producten (of diensten) moeten verkopen.
  52.  
  53. 17.     Wat versta je onder de strategische organisatie?
  54. Het verbeteren of nieuwe producten op de markt moeten brengen.
  55.  
  56. 18.     Welke onderdelen behoren tot de strategische organisatie van een bedrijf?
  57. 1.      Productontwikkeling.
  58. 2.      Expansie.
  59. 19.     Wat geeft de concurrentiepositie van een organisatie aan?
  60. Hoe succesvol een organisatie is.
  61.  
  62. 20.     Van welke factoren hangt de sterkte van een organisatie vanaf?
  63. 1. Het marktdeel.
  64. 2. De financile gezondheid
  65. 3. De bezittingen / de omvang.
  66.  
  67. 21.     Wat houdt het marktaandeel in?
  68. Het percentage van alle producten dat door een bedrijf wordt verkocht.
  69.  
  70. 22.     Geef hiervan een voorbeeld.
  71. Een bedrijf dat bijvoorbeeld 10% van alle mobiele telefoons verkoopt, heeft een marktaandel van 10%.
  72.  
  73. 23.     Wat geeft de financile gezondheid aan?
  74. Geeft aan of de organisatie niet veel leningen of schulden heeft.
  75.  
  76. 24.     Waaruit bestaan de bezittingen / de omvang?
  77. Bestaat uit: Alle gebouwen, machines, eindproducten, enz.
  78.  
  79. 25.     Wanneer heeft het alleen zin om de concurrentiepositie van een organisatie te bepalen?
  80. Te bepalen ten opzichte van organisaties die vergelijkbare producten of diensten aanbied.
  81.  
  82. 26.     Waarom heeft het geen zin om de concurrentiepositie van Skoda te vergelijken met die van Mercedes?
  83. Omdat Mercedes nu eenmaal veel duurdere autos maakt.
  84.  
  85. 27.     Waarom moet een bedrijf aan productontwikkeling doen?
  86. Als een bedrijf heel lang maar een soort product verkoopt, neemt de verkoop op een zeker moment niet meer toe (of zelfs af).
  87.  
  88. 28.     Noem een voorbeeld van voortdurende productontwikkeling?
  89. De markt van mobiele telefoons.
  90.  
  91. 29.     Wat kan een organisatie doen om haar concurrentiepositie te verbeteren?
  92. Nieuwe producten op de markt brengen.
  93.  
  94. 30.     Wat verstaat men onder expansie?
  95. Het uitbereiden van ee bedrijf.
  96.  
  97. 31.     Noem een voorbeeld van een bedrijf waar een behoorlijke expansie heeft plaatsgevonden.
  98. G-Start.
  99.  
  100. 32.     Hoe kan een bedrijf zijn financiering regelen?
  101. 1.      Eigen vermogen.
  102. 2.      Leningen.
  103.  
  104. 33.     Waaruit bestaat het eigen vermogen?
  105. 1.      Het geld dat de eigenaren in het bedrijf hebben gestoken.
  106. 2.      Een del van de winst dat wordt achtergehouden voor investeringen.
  107.  
  108.